Dit weekend mogen we weer stoeien met de klokken.
De kraanvogels zijn in grote getale over gevlogen, richting het noorden.
De bomen beginnen al weer knoppen te krijgen.
De paarden laten hun wintervacht los.
De wilde stalpoes is duidelijk zwanger...
En de vogels fluiten er lustig op los en beginnen met veertjes, losse paardenharen en takjes hun nieuwe nesten te bouwen boven in de schuur en in de bomen.
Tijd dus ook om weer wat met het blog te doen. Nieuw uiterlijk, passend bij de website. En een nieuw oud bericht uit ons archief...
Dat duurt altijd weer langer dan ik denk, omdat ik een heleboel oude berichten door ga zitten lezen, voordat ik er één uitkies om hier te plaatsen.
Het is het verhaaltje over de notenolie en notenwijn geworden.
Notenolie
Op ons grondstuk staan een aantal notenbomen.
Vorig jaar juli toen we hier net woonden, maakten we van de nog groene noten
een heerlijke notenwijn.
We sneden hiervoor 40 noten in stukken en
mengden dit met 1 liter eau de vie, 5 liter rode wijn, 1 kilo suiker en een
vanillestokje.
Dit alles bleef 40 dagen afgedekt staan en
werd iedere dag een keer geroerd. Daarna gefilterd en in flessen gedaan.
Heerlijk!
Daarna bleven er natuurlijk nog een heleboel
noten over, die in het najaar gestaag begonnen te vallen.
Iedere dag raapten we trouw alle noten op en
legden ze te drogen op een zelfgemaakt rek in de zon en later op zolder.
Een heleboel verdwenen er in taarten en
salades, maar nog steeds was het veel te veel om op te eten.
Op een markt had ik in de zomer notenolie
gezien. De dame die het verkocht vertelde me dat je dit kon laten maken bij een
speciale molen.
Na wat navraag vonden we een adres van een
heuse “notenoliefabriek”. Wij togen erheen. Mevrouw was in de keuken druk bezig
met notenpellen. Meneer gaf ons een rondleiding door de fabriek die bestond uit
een klein schuurtje.
De pers en de molen waren nog helemaal vies
van de appelcider. Die maakten ze namelijk ook. De eigenaar legde ons uit dat
we over twee weken maar eens moesten bellen voor een afspraak. Nu waren ze net
klaar met de ciderproductie. De machines moesten gereinigd worden en over
ongeveer twee weken zou de productie van de notenolie beginnen. Wel liet hij
ons een glaasje cider proeven en wist ons natuurlijk ook een vaatje te
verkopen.
Een paar weken later toen we visite uit
Nederland hadden, zijn we er weer eens langs gegaan met de vraag wanneer we
zouden kunnen komen met onze noten.
Dat kon al de volgende dag als we tenminste
onze noten gepeld hadden. Dat hadden we nog niet, maar we hadden tenslotte nog
de hele middag en avond en volgende ochtend.
Volgens het boertje zouden we dat niet redden
om in zo’n korte tijd 20 kilo te pellen.
We hebben lekker in het zonnetje uit de wind
gezeten en zijn als een bezetene gaan pellen.
Het bleek dat we geen 20 kilo maar slechts 4
kilo gepelde noten overhielden.
Ondanks dat gingen we de volgende middag toch
op pad naar de “fabriek”.
Daar was men al bezig met de tweede fase van
het proces. Nadat de noten gemalen waren werd nu de prut in een bak gedaan
boven een houtvuurtje. Het geheel werd voortdurend goed geroerd. Met zowel een
elektrische reuzenmixer als met een handaangedreven spatel.
Na een tijdje werd alles in een houten bak
geschept en van daaruit in jutezakken in een pers gedaan. Er gingen een heleboel
blokken hout op en daarna werd de pers aangezet.
Even later kwam een klein straaltje olie onder
uit de pers lopen. Zo in een zinken emmertje.
Toen dit alles gebeurd was en de olie in
flessen werd overgegoten, kwamen er een paar vieze glaasjes te voorschijn.
Zelfs de franse mannen die olie hadden laten maken, keken met een vies gezicht
naar de glaasjes. Ook verscheen de cider om op de goede afloop te drinken.
Waarschijnlijk ook om de cider te verkopen. Even later kwam er een nog viezer
glaasje en een nog sterker drankje. Iedereen moest beslist om de beurt uit
hetzelfde vieze glaasje even van dit wondermiddel proeven.
De man die als eerste het glaasje aangereikt
kreeg, keek eens goed en vond achter zich een kraan om het glaasje even uit te
spoelen.
Met de ogen dicht en het verstand op nul was
het echter een heerlijk appeldrankje. Een soort Calvados met een klein beetje
notensmaak. Maar dat zal wel komen doordat met dezelfde machines zowel deze
drank als notenolie wordt gemaakt.
Daarna werden onze noten bekeken en gewogen.
Zeer goede noten, maar veel te weinig om het hele proces uit te voeren. De man
verkocht ons 2 liter van zijn goede olie in ruil voor onze noten.
Een beetje teleurgesteld dat we geen olie
hadden van onze eigen noten, maar een leuke ervaring en lekkere olie rijker,
gingen we huiswaarts.
Nu koken we alleen nog maar met notenolie.
Volgend jaar gaan we nog meer noten verzamelen en al op tijd pellen, zodat we
wel met onze eigen olie thuiskomen.
Als de fabriek dan nog bestaat, want wie neemt
dit over als deze mensen het niet meer kunnen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten