vrijdag 25 maart 2016

De lente is begonnen!

Het is zover, de lente is weer begonnen.
Dit weekend mogen we weer stoeien met de klokken.
De kraanvogels zijn in grote getale over gevlogen, richting het noorden.
De bomen beginnen al weer knoppen te krijgen.
De paarden laten hun wintervacht los.
De wilde stalpoes is duidelijk zwanger...
En de vogels fluiten er lustig op los en beginnen met veertjes, losse paardenharen en takjes hun nieuwe nesten te bouwen boven in de schuur en in de bomen.

Tijd dus ook om weer wat met het blog te doen. Nieuw uiterlijk, passend bij de website. En een nieuw oud bericht uit ons archief...

Dat duurt altijd weer langer dan ik denk, omdat ik een heleboel oude berichten door ga zitten lezen, voordat ik er één uitkies om hier te plaatsen.
Het is het verhaaltje over de notenolie en notenwijn geworden.

Notenolie

Op ons grondstuk staan een aantal notenbomen. Vorig jaar juli toen we hier net woonden, maakten we van de nog groene noten een heerlijke notenwijn.
We sneden hiervoor 40 noten in stukken en mengden dit met 1 liter eau de vie, 5 liter rode wijn, 1 kilo suiker en een vanillestokje.
Dit alles bleef 40 dagen afgedekt staan en werd iedere dag een keer geroerd. Daarna gefilterd en in flessen gedaan. Heerlijk!
Daarna bleven er natuurlijk nog een heleboel noten over, die in het najaar gestaag begonnen te vallen.
Iedere dag raapten we trouw alle noten op en legden ze te drogen op een zelfgemaakt rek in de zon en later op zolder.
Een heleboel verdwenen er in taarten en salades, maar nog steeds was het veel te veel om op te eten.
Op een markt had ik in de zomer notenolie gezien. De dame die het verkocht vertelde me dat je dit kon laten maken bij een speciale molen.
Na wat navraag vonden we een adres van een heuse “notenoliefabriek”. Wij togen erheen. Mevrouw was in de keuken druk bezig met notenpellen. Meneer gaf ons een rondleiding door de fabriek die bestond uit een klein schuurtje.
De pers en de molen waren nog helemaal vies van de appelcider. Die maakten ze namelijk ook. De eigenaar legde ons uit dat we over twee weken maar eens moesten bellen voor een afspraak. Nu waren ze net klaar met de ciderproductie. De machines moesten gereinigd worden en over ongeveer twee weken zou de productie van de notenolie beginnen. Wel liet hij ons een glaasje cider proeven en wist ons natuurlijk ook een vaatje te verkopen.

Een paar weken later toen we visite uit Nederland hadden, zijn we er weer eens langs gegaan met de vraag wanneer we zouden kunnen komen met onze noten.
Dat kon al de volgende dag als we tenminste onze noten gepeld hadden. Dat hadden we nog niet, maar we hadden tenslotte nog de hele middag en avond en volgende ochtend.
Volgens het boertje zouden we dat niet redden om in zo’n korte tijd 20 kilo te pellen.

We hebben lekker in het zonnetje uit de wind gezeten en zijn als een bezetene gaan pellen.
Het bleek dat we geen 20 kilo maar slechts 4 kilo gepelde noten overhielden.
Ondanks dat gingen we de volgende middag toch op pad naar de “fabriek”.
Daar was men al bezig met de tweede fase van het proces. Nadat de noten gemalen waren werd nu de prut in een bak gedaan boven een houtvuurtje. Het geheel werd voortdurend goed geroerd. Met zowel een elektrische reuzenmixer als met een handaangedreven spatel.

Na een tijdje werd alles in een houten bak geschept en van daaruit in jutezakken in een pers gedaan. Er gingen een heleboel blokken hout op en daarna werd de pers aangezet.
Even later kwam een klein straaltje olie onder uit de pers lopen. Zo in een zinken emmertje.

Toen dit alles gebeurd was en de olie in flessen werd overgegoten, kwamen er een paar vieze glaasjes te voorschijn. Zelfs de franse mannen die olie hadden laten maken, keken met een vies gezicht naar de glaasjes. Ook verscheen de cider om op de goede afloop te drinken. Waarschijnlijk ook om de cider te verkopen. Even later kwam er een nog viezer glaasje en een nog sterker drankje. Iedereen moest beslist om de beurt uit hetzelfde vieze glaasje even van dit wondermiddel proeven.
De man die als eerste het glaasje aangereikt kreeg, keek eens goed en vond achter zich een kraan om het glaasje even uit te spoelen.
Met de ogen dicht en het verstand op nul was het echter een heerlijk appeldrankje. Een soort Calvados met een klein beetje notensmaak. Maar dat zal wel komen doordat met dezelfde machines zowel deze drank als notenolie wordt gemaakt.

Daarna werden onze noten bekeken en gewogen. Zeer goede noten, maar veel te weinig om het hele proces uit te voeren. De man verkocht ons 2 liter van zijn goede olie in ruil voor onze noten.
Een beetje teleurgesteld dat we geen olie hadden van onze eigen noten, maar een leuke ervaring en lekkere olie rijker, gingen we huiswaarts.
Nu koken we alleen nog maar met notenolie. Volgend jaar gaan we nog meer noten verzamelen en al op tijd pellen, zodat we wel met onze eigen olie thuiskomen.

Als de fabriek dan nog bestaat, want wie neemt dit over als deze mensen het niet meer kunnen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten