Dit was (is?) een krantje dat wekelijks uitkwam in onze vroegere woonplaats Afferden (L).
Iedere maand geloof ik, schreven we over onze verhuizing naar Frankrijk en onze belevingen op het franse platteland.
Misschien wel leuk om deze hier te plaatsen...
En een fotootje uit die tijd:
Het kleine huisje in Veaupeytourie |
oeps, ik zit al weer een hele avond te lezen. Want behalve die columns, kwam ik ook de eerste mails tegen die we via de buren naar vrienden en familie stuurden in de eerste maanden dat we nog geen telefoon verbinding hadden en dus geen internet.
Dat wordt nog even uitzoeken wat er hier wel en niet geplaatst gaat worden om de winter door te komen.
Misschien hier maar eens mee beginnen: "Fransen kussen graag" noemden wij deze column.
Fransen kussen graag
Oude
boekjes vermelden dat het niet gebruikelijk is om bij een bezoekje op het
platteland in Frankrijk, wijn of bloemen mee te nemen voor de gastvrouw en
-heer. Een fles aanbieden zou een belediging zijn voor de Franse gastheer, alsof
hij zelf niet over goede wijnen zou beschikken. Tegenwoordig
geeft men meestal een fles wijn of iets ingemaakts uit eigen tuin. De
Fransen hebben hier de gewoonte om de gekregen fles van de gasten
altijd als eerste te openen. Een bloemetje hoef je niet te verwachten en zeker
geen goudsbloemen of chrysanten. Chrysanten worden
op Allerzielen gebruikt om de graven en grafzerken op te sieren.
Bloemen en planten zijn hier trouwens voor onze begrippen heel erg duur. Op
visite is het niet netjes om het toilet van de gastheer te gebruiken. Wij zijn
hier nog nooit uitgenodigd door Fransen om een kopje koffie te komen drinken.
Het is meer gebruikelijk om een apéritif (apéro) aan te bieden. En
men proost met à votre (bonne) santé, à la vôtre of tchin-tchin.
Als iemand is uitgeniest zeg je à vos souhaits.
Bij
begroetingen kust bijna iedereen elkaar. Ook onbekenden kussen elkaar.
Hier geeft men 2 kussen, maar er zijn ook regio's waar dat er blijkbaar 3
of 4 zijn. In deze omgeving kust men elkaar meer dan twee keer
indien men heel goede vrienden is. Een vrouw wordt door
iedereen; kinderen, vrouwen en mannen gekust. De man geeft een
andere man altijd een hand. Zij kussen elkaar niet,
behalve soms wel de neven en zonen die men van kindsaf kent. Men
neemt er uitgebreid de tijd voor om elkaar te begroeten. De werkzaamheden
worden bij begroetingen gewoon onderbroken en elkaar tegemoet
komende auto's worden daarvoor speciaal aan de kant gezet. Of men blijft
juist midden op de weg staan en blokkeert alles. Het heeft helemaal geen
zin om je er druk over te maken. Indien je slim bent maak je ook een praatje.
Met
de Fransen wordt niet meteen na het Comment allez-vous? (Hoe maakt u
het?) met de onderhandelingen begonnen. Pas na vele, meestal charmante omwegen
en verwennerijen komen we eindelijk tot zaken. Nederlanders moeten daar niet
onrustig van worden. Ook moeten wij onze kalmte bewaren als een bijeenkomst
niet om 8.30 begint zoals aangekondigd, maar pas iets over 9. Dat is
Frankrijk. Vaak zijn wijzelf veel te laat voor een afspraak, maar dan toch
nog de eersten die aankomen. De Fransen zelf blijven traditioneel 'u'
zeggen tegen elkaar. In bijzondere gevallen van persoonlijke vriendschap
tutoyeren ze.
Men
spreekt meestal Frans hier. Een doodenkeling spreekt wat Engels. En bijna
altijd wordt er over eten gepraat. Vaste onderwerpen aan tafel
zijn de kwaliteit van de foie gras en de truffel dit jaar, de wijn aan
tafel, de paddestoelen uit het bos, het zoetgehalte van de geoogste
vijgen, het fruit en de groente uit eigen tuin en bijvoorbeeld
het geslachte varken. De mannen hebben het daarbij ook nog heel uitgebreid
met elkaar over de jacht en het vissen. Alleen met heel erg bekenden wordt er
geroddeld over anderen. Indien men iemand niet mag, vertelt men dat zij diegene
niet goed kennen. Dus, als ze zeggen iemand nauwelijks te kennen, dan hebben
zij daar een probleem mee en kun je beter die persoon maar niet meer aanhalen.
Een directe vraag waarop meerdere antwoorden mogelijk zijn, wordt meestal
omzeild met “ça dépend” (‘t hangt ervan af). Vetes tussen families kunnen soms
al generaties oud zijn en hebben meestal te maken met de broodwinning zoals
geruzie over een paar meter grond. Ongelukken bij de jacht zijn meestal
afrekeningen bij overspel of andere netelige kwesties is ons uitgelegd.
Indien
een artisan (aannemer) een
belangrijke afspraak met je heeft waar voor hem veel van afhangt en er
komt plompverloren een copain (vriend) opdagen met een geweer of hengel
onder de arm, dan komt hij bij jou de afspraak niet na. Hij is je meteen vergeten
en zal waarschijnlijk niet eens afbellen. Spreek je bij hem thuis af
na zijn werk om zaken door te nemen, dan moet je hem meestal uren later
nog in stinkende werkkleding aan de toog in de dorpskroeg tussen zijn
jachtmaten in de buurt van een plaatselijke schone vinden. Het wordt bijzonder
gewaardeerd dat je ze speciaal op komt zoeken en waak ervoor dat je dan je glas
wijn niet leegmaakt, daar deze anders alweer wordt vol geschonken. Aan de toog
maken we er gelijk een hoop handige vrienden bij, die ons allemaal wel kennen
door de jaarlijkse van Bordeaux uit gecontroleerde jacht op de mouflons in ons
bos, en komen we zaken te weten waar we nog niet bij stil hadden gestaan.
De
Nederlanders die tot aan hun pensioen in het Nederlandse ritme hebben
geleefd maar ook de Nederlandse jongelui, kunnen er maar niet aan wennen en
maken zich druk over gemiste afspraken. Wijzelf doen gewoon waar we zin in
hebben en proberen ons aan te passen en kunnen die mentaliteit heel goed
volgen. Niks mis mee. We vinden die plattelands gewoontes die vaak haaks staan
op de Nederlandse mentaliteit zo gek nog niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten